HERINNERINGEN VAN EEN VOORMALIG BZN-BANDLID
Ontmoeting met Cees Tol
Zoals reeds in voorgaande aflevering gememoreerd, gingen Jan en ik, samen met meerdere vrienden, vaak dansen en kletsen bij dansschool Buys-Spruitje. Onze vriendenploeg was inmiddels uitgebreid met jongens als Jan Mooyer, Jan Kies, Sam Pen, Coen Wulterkens ,Klaas Vais, Cor Rembrandt, Gerrit Woestenburg, en Wim Visscher. Genoemde Jan Mooyer verhuisde al spoedig naar Engeland om aldaar een nieuw bestaan op te bouwen. Hij startte een onderneming in “zwevende zwembadvloeren”. Zakelijk ging het hem bijzonder goed, zijn gezondheid liet echter te wensen over.Enkele jaren terug overleed Jan op veel te jonge leeftijd. Gerrit zou spoedig onze drummer worden en vrij vlot daarna Jan Kies onze zanger. Wim Visscher zou mijn zwager worden en tevens de medeoprichter van de allereerste BZN-fanclub. Vele jaren later zou Wim ook nog wethouder worden van onze gemeente Edam-Volendam.
Samen aan één tafel
Op een zondagavond waren Jan en ik een keertje toevallig zonder de andere vrienden bij Spruitje en wij kwamen aan een tafel te zitten met een voor mij tot dan toe onbekende jongeman: Cees Tol.
Jan en Cees waren geen onbekenden van elkaar; ze hadden al 6 jaar lang bij elkaar in de klas gezeten op de lagere school van Meester Mol. We maakten kennis met elkaar en wij gaven aan dat wij gek waren van muziek,vooral van The Shadows, en dat ik zelf ook wat slaggitaar speelde. Deze ontmoeting bleek achteraf van doorslaggevende betekenis voor het ontstaan van BZN,want wat bleek: deze jongeman, Cees Tol, speelde klassiek gitaar met extra belangstelling voor,jawel,muziek van The Shadows.
Samen gitaarspelen op de zolderkamer
Cees speelde zelfs al vele Shadows-nummers en beschikte ook over bladmuziek. Jan en ik waren vanzelf in alle staten en ook Cees toonde grote belangstelling. We spraken af om de zaterdag daarop bij elkaar te komen op mijn zolderkamer,uiteraard met beide gitaren, om te beluisteren en te beoordelen waartoe we zoal in staat waren. Voor mijzelf was dit de eerste keer in mijn leven dat ik samen speelde met een andere gitarist en dat was werkelijk een belevenis.
Cees en ik speelden nummers als Apache, Kontiki, Midnight, Spring is nearly here, en Jan trommelde daarbij met z’n vingers op het bureau, als soort van drummer. Ik kan me nog goed herinneren dat Jan al een uur voordat Cees zou komen bij mij op de kamer aanwezig was, die zaterdagmiddag rond een uur of 1.
EN NU NOG EEN BASSIST !
En terwijl Cees en ik onze deuntjes speelden, geraakte Jan in alle staten. Want dit was natuurlijk niet compleet, hier hoorde een basgitarist bij. Maar ja, wie moesten we daar voor vragen…..? Uiteraard was er geen denken aan dat we daar iemand voor zouden vragen, want deze gitarist zat alreeds in de kamer, dus Jan zelf. Het ontbrak Jan en zijn ouders echter aan financiën om een basgitaar te kopen. Zijn vader bood toen aan er zelf wel eentje te willen maken. Daar was echter een bouwtekening voor nodig. De maandag daarop nam Jan contact op met Arnold Mühren van de Cats, die hem verteld had onlangs zelf een basgitaar te hebben gemaakt, en Jan wilde graag wat informatie, om ook zelf een basgitaar te kunnen maken.
Jan Tuijp zegt hier nu – 2024 – over:
Arnold kende ik van de gitaarlessen in het meisjes-PX, waar we beiden leerden basnoten van het papier te lezen en te spelen. Hij was bij een optreden van ZZ & de Maskers geweest,en mocht daar van de bassist de maten van zijn basgitaar overnemen. Van Arnold mocht ik deze tekening ook gebruiken, zodat mijn vader samen met mijn oom Jaap, die timmerman was in de werkplaats van fa. Nieuw Leven, een basgitaar voor mij kon maken. Cees Tol werkte in die tijd als bankwerker bij de fa. Heymeijer in Edam; hij maakte de metalen slagplaat en de draaiknoppen op de draaibank.
DE EXACTE PLEK WAAR JAN’S BASGITAAR IN 1965 GEMAAKT WERD
Nadat ik overigens jarenlang op deze zelfgemaakte basgitaar had gespeeld, en met BZN wat centjes had verdiend, kon ik een nieuwe Fender Basgitaar kopen. Ik heb toen op verzoek de zelfgemaakte basgitaar aan “The Fools” uit Volendam uitgeleend. Zo’n 25 jaar later – ik was de gitaar al vergeten -, bracht een mij onbekende jongeman de gitaar bij mij thuis terug; hij zei dat inmiddels verschillende beginnende bands in Volendam hem hadden gebruikt. Hij is toen verhuisd naar het Palingsound museum. Tijdens het afscheidsconcert van BZN in sportpaleis Ahoy in 2007 had ik m’n eerste basgitaar in een gitaarstandaard naast mij op de bühne neergezet, als eerbetoon aan m’n vader, die hem gemaakt had. De regisseur die dit wist heeft hem zo af en toe close in beeld gebracht. Na de restauratie in 2019 door Jeroen Gmelich in het TV programma The Repair Shop, speel ik er vanaf 2019 elke week weer op in onze hobby Shadows band… (zie deel 5). En dát, terwijl ik nog 4 andere echte merk-basgitaren thuis heb staan ……het kan verkeren
WE HEBBEN NU EEN “BANDJE”
Kortom,na enkele weken kwamen we weer tezamen, doch dit keer als trio. En Jan speelde reeds snel wat deuntjes mee op zijn zelfgebouwde basgitaar. Mijn kamertje bleek uiteraard veel te klein, vooral toen we besloten om ook mijn neef Gerrit Woestenburg als drummer uit te nodigen. En zowaar, we hadden een bandje, dan wel voorlopig uitsluitend instrumentaal, maar toch. En wat waren we tevreden met de resultaten.
Van mijn kamertje verhuisden we na enkele weken naar onze kelder, alwaar Gerrit zijn trommels op tegels plaatste, bij gebrek aan standaards.
1965 – 2015……50 JAAR VERSCHIL
Het gehele jaar daaropvolgend hebben we zowat het gehele Shadows-repertoire ingestudeerd. Soms luister ik nog wel eens naar een wel heel apart nummer, te weten: Bossa Roo. Cees, Jan en Gerrit zouden het stuk nog onmiddellijk herkennen en spelen; zelf denk ik niet dat ik dat ooit nog voor elkaar zou krijgen. Andere nummers waren bijvoorbeeld: “Nivram, Geronimo, Midnight, Atlantis, Perfidia, Cosy, Rise and fall of flingel bunt, Rhythm and Greens, Kontiki, Spring is nearly here”
Uiteraard was inmiddels ook aandacht besteed aan de elektronica. Elektrische gitaren, versterker en microfoon. Jan had een schoolvriend – Alfred Onrust – uit Amsterdam en deze vriend kon een versterker maken, hetgeen geschiedde. We kochten 2 speakers en deze werden in kasten gebouwd door mijn zwager Ab Dollie. Ook mochten we van de vader van deze zwager voortaan oefenen op de zolder van de timmerloods. Wat zullen we daar een zaagsel hebben ingeademd, maar wat waren we aldaar productief en wat hadden we een plezier.En soms speelden we ook op de achterstraat bij Jan thuis of bij ons achter, aan de dijk, en de belangstelling werd steeds groter.
Na het instuderen van de eerdergenoemde Shadows- nummers ging onze aandacht uit naar een LP van dezelfde groep,waarop o.a. nummers op stonden als “Brazil, Bossa Roo en National Provincial Samba”. Dit was toch wel muziek van een wat hoger niveau en het gelukte ons een aantal nummers in te studeren. Heerlijk om te doen.
En als je dan die LP’s van The Shadows bestudeerde, dan kwam je vanzelf ook wel eens een vocaal nummertje tegen. Maar ja,we hadden in den beginne nog geen zanger. Dus zou het een leuke quizvraag zijn “welk lied door wie in BZN als eerste werd gezongen en hoe vaak?”
HAVING FUN
Het antwoord zal ik verklappen: het was de auteur van dit verhaal. In dat eerste jaar mocht ik van Jan, Cees en Gerrit een poging wagen om een lied van Cliff Richard te zingen : ”Having fun”. Nou,wat hadden we ’n plezier. Vele jaren later werd ik er nog door Jan aan herinnerd en eerlijk gezegd was ik het al een beetje kwijt. Inmiddels heb ik weer een CD thuis waar het nummer op staat en het begint als volgt:
“The grand old duke of York,he had tenthousend man,he marched them up to the top of the hill,and marched them down again,he was having fun…”
Ik meen dat we het nummer hooguit 5 keer hebben gespeeld, het was een beetje te soft. Ook mocht ik nog zingen:”There is a rose in Spanish Harlem”. Deze liederen waren heel leuk en heel melodieus, doch niet meer geschikt voor een aankomende popgroep. De tijden zouden veranderen, het werd tijd voor de wat ruigere rock.
VOOR DE EERSTE KEER DE BÜHNE OP MET Z’N 4-en
Ik kan mij nog goed ons allereerste optreden herinneren. Ik ging met vrienden, waaronder ook Cees , Jan en Gerrit, een keertje stappen in het Volendamse St. Jozef gebouw. Er speelde een groep met de naam Goldfingers. Om ons een beetje uit te dagen, vroegen onze vrienden voor de grap aan deze band om ons wat nummers te laten spelen, wat ze lachend goed vonden; het was toch maar een grap. Toen móésten we natuurlijk wel….ik zie mezelf nóg het podium opklimmen. Wij speelden die avond 3 Shadows nummers: The Rise and Fall of Flingel Bunt, vervolgens Apache en Midnight. Tot onze grote verrassing reageerde het Volendamse publiek heel enthousiast…!
In onze Volendamse dorpskrant NIVO stond een paar dagen later, dat er een “Band Zonder Naam” had opgetreden; we hadden namelijk nog geen naam. Later, toen we een naam moesten bedenken voor onze band, konden we moeilijk een keuze maken. Omdat we – door het NIVO artikel- in het dorp inmiddels toch al bekend stonden als “band zonder naam”, besloten we om het maar bij die naam te houden, maar dan wel als afkorting “BZN”
Twee jaar terug las ik in het BZN- fanblad nog eens dit oude krantenartikel,waarin verslag werd gedaan van deze avond.
BASIS GELEGD
Door onze 4-mansformatie was een basis gelegd en we kregen er steeds meer zin in. De groep zou zich spoedig daarna verder ontwikkelen met zanger Jan Kies en manager Dick de Boer. Eerder gaf ik al aan dat Jan en ik destijds een grote vriendenploeg hadden, en één van die vrienden was Jan Veerman (Kies). Onze 4-mans formatie ging best lekker, maar we voelden dat er meer in zat. Jan Kies was bepaald geen verlegen type,was gek van muziek en had alle LP’s van Elvis. Zijn lijflied was toen reeds:”One night with you” en op feestjes en partijtjes maakte hij graag de show. Volgens mij heeft hij ons nooit gevraagd om te mogen zingen en hebben ook wij hem nooit gevraagd. Met andere woorden: hij was er gewoon, en ik zou nu, in 2007, niet weten wie anders destijds deze taak beter had kunnen vervullen.
VLIEGENDE VONKEN MET JAN KIES
Op de eerste repetitie met Kies vlogen de vonken er al af en vanaf toen zou het snel gaan. In enkele weken tijd werd een repertoire opgebouwd van (meest) Top-40 hits en we konden uiteraard niet wachten om ergens een optreden te mogen verzorgen. En over die allereerste optredens wil ik graag wat vertellen. We kwamen nog steeds allemaal elk weekend bij dansschool Buys en Spruit wilde maar wat graag dat wij in een weekend tijdens “vrijdansen” bij hem kwamen optreden. En ook wij stonden te popelen van ongeduld. En zo geschiedde. Wat waren we tevreden en trots en wat hadden we daar een goede leerschool. Voor klein publiek deden we veel ervaring op en konden we ons repertoire bijschaven. Spoedig daarna volgden optredens in het meisjesgebouw, in Pius X en in de Jozef.
1ste BZN OPTREDEN IN 1966 BIJ SPRUITJE IN CULTUREEL CENTRUM
BZN OPTREDEN TIJDENS FANCY FAIR 1966
Mijn oom Freek Woestenburg, de vader van onze drummer Gerrit, was begin 1966 nog actief als accordeonist in een klein orkest ( trio). Jaarlijks traden zij ook op in Volendam, Gebouw Pius X, tijdens het zogenoemde Fancy-fair. Dit was een soort bingoavond met behulp van een soort rad van avontuur, voornamelijk voor de wat oudere Volendammers. Een heer met een hoog stemmetje noemde daarbij telkens zonder microfoon de getallen en prijzen.
Die avond had de band van mijn oom een klein probleem, zij hadden zich vergist en er was dubbel geboekt. Het feest begon om 20.00 uur en zij konden absoluut niet eerder dan 22.00 beginnen. Het verzoek was of wij bereid waren om die 2 uurtjes op te vullen. Nou, het zou ons 2e optreden worden en dat wilden we maar wat graag! Wat er toen allemaal gebeurde, dat zal ik nooit van mijn leven meer vergeten. We hadden uiteraard al onze versterkers mee en zoveel kabaal had men op de Fancy-fair nog nimmer gehoord. Die oudere mensen keken niet echt blij en de meneer van het rad kon de getallen niet meer verstaanbaar maken aan zijn publiek. Ook wijzelf merkten dit alles heus ook wel, maar wij merkten ook nog wat anders n.l. dat de zaal plotseling vol liep met jongeren.
Tussen 20.00 en 21.00 uur ging het als een lopend vuurtje door Volendam dat er een nieuwe band optrad in het Gebouw en dat dat toen “the place to be” was. Een spectaculair nummer op ons repertoire was toen “Russian spy and I” van Jan Akkerman /Hunters en ik geloof dat we dat nummer die avond wel 5 keer hebben gespeeld, uiteraard naast “One night” , “All or nothing”, etc.
NIEUWE GENERATIE MUZIKANTEN AAN ZET
Het gebouw liep in korte tijd helemaal vol, de Fancy-fair werd gestaakt, en om 22.00 uur kwam mijn oom met zijn band. Je begrijpt het al, zij werden door het publiek vriendelijk verzocht plaats te nemen in de zaal en te gaan genieten van deze nieuwe generatie muzikanten, en zij gaven daar maar al te graag gehoor aan. Het werd voor de honderden toeschouwers, maar vooral voor onszelf, een bijzonder indrukwekkende avond en dit optreden zou een vervolg krijgen, een vervolg waar we toen geen van allen maar van konden dromen, vooral als je nu in 2007 terugblikt naar al die succesvolle jaren.
OPTREDEN IN ST JOZEF GEBOUW IN 1966
Nadat zanger Jan Kies onze gelederen was komen versterken, ging alles wel heel erg snel. We bouwden een leuk repertoire op en keken al stiekem naar de toekomst. Er moesten steeds keuzes gemaakt worden bij de opbouw van het repertoire en soms gaf dat wel eens problemen, we waren tenslotte nog maar jochies van pakweg 18 jaar.
Als oudste van de club nam ik het initiatief om “een manager” aan de orde te stellen. We waren bezig om een mooi “product” samen te stellen en we kregen langzamerhand toch wel in de gaten dat we hier iets mee konden.
MANAGER DICK de BOER
Jan, Gerrit en ikzelf studeerden nog, Kees en Kies hadden al een baan. Wat was wijsheid, hoe wilden we verder? En aldus besloten we maar eens contact op te nemen met iemand die mogelijk leiding kon geven aan ons bandje.
Toen ik pakweg 12 jaar was, was ik sportman in hart en nieren. Alle sporten konden me boeien, zowel actief als passief. En toen er op ons dorp een Tour de Gheel, een wielerwedstrijd, werd gereden, was ik daar uiteraard bij, net als de gehele Volendamse bevolking. Ik stond altijd vooraan bij de finish om alles te kunnen volgen. Wij keken ernorm op tegen de organisatie van zo een voor ons indrukwekkend evenement. Het was mij daarbij niet ontgaan dat twee jongemannen dit allemaal organiseerden: die moeten dan toch wel wat in hun mars hebben , dachten wij…. Eén van die 2 mannen was Dick de Boer; op de onderstaande foto helemaal rechtsonder
Dick de Boer zou dus wel eens een heel goede manager voor onze band kunnen zijn. Op een avond trok ik de stoute schoenen aan en belde aan bij zijn schoonouders, hier wat verderop op de dijk, ik denk Zuideinde nr.39 of 41. Ik kende deze kleine dijkwoning omdat dit het geboortehuis was van mijn eigen moeder. Moeder heeft ons vaak verteld over haar jeugd in dat huisje. Op 11 jarige leeftijd werd moeder, als een na oudste van 7 kinderen, door het overlijden van beide ouders weeskind en moest zij noodgedwongen het leuke huisje verlaten. Alle kinderen werden elders ondergebracht, voornamelijk bij ooms en tantes. Mijn moeder werd niet bij familie ondergebracht maar mocht komen wonen bij Gerrit Woestenburg sr. en zijn vrouw Aal, zij hadden 2 zoons. En een goed lezer begrijpt het al,moeder werd enkele jaren later verliefd op de oudste zoon en trouwde hem. Zij kregen 8 kinderen, waarvan ikzelf de enige zoon ben. Zowel mijn oom, de accordeonist, als mijn moeder zijn beiden nog in leven, en mijn moeder spreekt nog steeds over “mijn broer Frerik”. (Let wel: dit verhaal is geschreven in het jaar 2007)
Ik denk dat ik Dick zeker wel een half uurtje heb gesproken, daar op een donkere avond op het Zuideinde. Ik heb hem een beeld geschetst van ons bandje en hij beloofde mij de week erop langs te komen op de repetitie.
Ik meen dat Dick destijds een kantoorbaan had bij Hollandia in Amsterdam-Noord. Hij is inderdaad op de repetitie verschenen en hij is er nog. Dick heeft die avond op de dijk niet kunnen vermoeden dat ons gesprek zo van doorslaggevende betekenis zou zijn voor zijn verdere leven.
DICK BOEKT BZN-OPTREDENS IN ZALENCIRCUIT NOORD HOLLAND
De periode die vervolgens aanbrak, zou je kunnen omschrijven als de “aanloopfase” naar de beroepsgroep BZN. Dick de Boer trok er aanvankelijk alleen op uit om optredens voor BZN te boeken in het zalen circuit in de kop van Noord-Holland. Een jaar later trad ook Jacques Hetsen uit Wervershoof toe tot het BZN-management.
NÓG MEER HERINNERINGEN…
We gingen onze eerste optredens verzorgen, probeerden naamsbekendheid te krijgen, en we probeerden uiteraard wat centen te verdienen. Over die periode, tot pakweg eind 1966, heb ik nog wel wat heel leuke herinneringen, en een volgende keer wil ik daar graag nog wat meer over vertellen.