Eergisteren was het drie jaar geleden dat Dirk van de Horst overleed. De afgelopen dagen hebben we het hier op Kreta vaak over Dirk gehad, en natuurlijk ook over de dood van Roy Beltman en Jacques Hetsen. Het leven is een aaneenschakeling van highlights en bittere pillen. Vaak liggen die momenten zomaar naast elkaar in de tijd. Een mens kan dit alleen maar aan door steeds zijn grenzen te verleggen, zonder dit wapen zouden we niet verder kunnen leven. Zo euforisch als we zijn over de fantastische vakanties van de afgelopen maanden na het laatste BZN concert tot en met hier nu in Kreta, zo diep was de put in de periode net daarvoor, waar we in terecht kwamen toen deze drie BZN-ers achter elkaar het leven lieten. Hoe is het in godsnaam mogelijk, in 2004 Dirk op 57 jarige leeftijd, in 2005 Roy 59 jaar oud en in 2007 Jacques in zijn 61ste levensjaar. Alle drie levensgenieters van de eerste orde, mensen die een deel van je leven werden en door wiens speciale humor het BZN-leven onvergetelijk prettig werd. We hebben wat afgelachen met juist deze drie mannen, gebruld zelfs van het lachen. Dat nu juist zij drieen in de laatste drie jaren van het BZN bestaan de geest gaven is een hele trieste en macabere speling van het noodlot.
Als ik aan Dirk terug denk, dan denk ik op de eerste plaats aan zijn lach, zijn donkere sonore stem en bovenal zijn droge en adremme humor. Dirk was gewoon een lief en hartelijk mens zonder agenda’s en waar hij was werd het gezellig. De laatste keer dat we met Dirk erbij samen op reis waren was in 2002 in Mexico. Bij nader inzien hebben we toen al het een en ander aan hem gemerkt. Zo beklommen we in onze vrije tijd een oude pyramide bij Mexico City, toen Dirk halverwege aangaf niet verder te kunnen, dat was niets voor hem. Helemaal gek werd het toen in November 2002 tijdens een Tros cruise in Florida Dirk eerder naar bed ging dan wij. Dat was eigenlijk al een doodsteken aan de wand, Dirk was altijd degene die het licht uitdeed en ook altijd weer als eerste s’morgens opstond, daarbij altijd lachend met die grote witte tanden. Na de wintersportvakantie in januari 2003 belde Alice van der Horst mij ongerust op: “ik denk dat het niet goed met Dirk gaat” zei ze ongerust , en voegde er angstig aan toe: ” ik denk zomaar dat we hem binnenkort kwijtraken”. Daarna volgde een onvoorstelbare lijdensweg voor deze bourgondier pur sang. Angst voor de onvermijdelijke dood verteerde deze man die het leven zo lief had. Hij verlegde keer op keer zijn grenzen en vocht met alle mogelijke wapens als een waanzinnige tegen zijn noodlot, maar uiteindelijk in de vooravond van 22 september 2004 was hij blij met zijn afscheid. “Ik zou nog graag een tijdje bij jullie willen blijven, maar dit lijf kan het niet meer”, sprak hij moedig vanaf zijn sterfbed tegen intimi rond hem verzameld. Het is bijna niet voor te stellen, maar de man die het leven niet los kon laten, kon door de hevige pijn het einde niet meer afwachten. “Dag kleine”, was het laatste wat hij zei tegen zijn geliefde kleindochter Jenna, net voordat hij zijn laatste adem uitblies. Ik zal hem nooit van mijn leven meer vergeten.