Met mijn zoons naar de sneeuw

Naarmate een mens ouder wordt, krijgt ie steeds frequenter te maken met “afscheid nemen”. De ene keer heeft de afscheidsblues meer impact als de andere. Hij laat zich voor het eerst voorzichtig voelen bij het verlaten van je school, je schooltijd en je studiegenoten. Jaren later wordt het echter menens. Het afscheid van je jeugd, waar je zelfs een “midlife crises” van kan oplopen. Toen ik 40 jaar werd kwam ik door dit fenomeen in een redelijke dip terecht. Je bent al 10 jaar gewend aan de zorgeloze 3, en ineens storm je op die angstaanjagende 5 af, voor je gevoel op dat moment regelrecht de ouderdom in.

Afscheid nemen wordt pas echt pijnlijk als de eerste naasten uit je omgeving of familie je beginnen te ontvallen, eerst zijn dat dan nog de ouderen, maar wat later ook je eigen leeftijdgenoten. En aan het einde van je arbeidzame leven neem je dan nog afscheid van je werkkring, en van je carrière; als dat je nog gegund is, wel te verstaan, want velen vertrekken reeds daarvoor al voor hun laatste “grote reis”.

 

Tussen al deze bedrijven door is er nog een ander belangrijk afscheid. Het blijft vaak onder de oppervlakte, omdat het zich over een periode van een paar jaar voltrekt. Namelijk dat van je gezin waar je al die jaren gezamenlijk mee opgetrokken bent. Waar je je ziel en zaligheid in hebt gelegd en mee door dik en dun bent gegaan. Nadat je kinderen de deur uit gingen, trouwden en zelf kinderen kregen, duurt het een tijdje voordat je je realiseert dat je  eigen gezin niet meer bestaat. Dat je kinderen nu op eigen benen staan, hun eigen gezin en kennissenkring hebben. En zo hoort het ook natuurlijk. In de beginfase organiseer je nog allerlei gezamenlijke activiteiten om het maar niet kwijt te raken, maar op zeker moment kunnen de drukke agenda’s niet of nauwelijks nog met elkaar gematched worden.Steeds meer gezamenlijke bezigheden vallen af. Logisch, that’s life! Bovendien, je krijgt er weer hele veel moois voor terug, zoals kleinkinderen, die je leven weer een nieuwe impuls geven.

 

Maar toch……op de achtergrond blijft die “blues” een beetje voelbaar. Daarom vind ik het zo leuk dat ik a.s zaterdag als vader samen met mijn drie zoons Sander, Vincent en Kees voor een paar dagen naar de Oostenrijkse sneeuw kan afreizen. Eigenlijk komt daarmee een jarenlange wensdroom uit. Heerlijk in een ontspannen en sportieve ambiance weer die oude sfeer van vroeger opsnuiven. In de Oostenrijkse gezelligheid even de banden wat strakker aanhalen, en lekker bijkletsen. We gaan naar Hoch Sölden, en hebben er allemaal veel zin in. Vincent, de topskieër van onze familie, heeft zelfs al 5 jaar niet meer geskied. Dat wordt me wat.

 

Vandaag en morgen staan er gelukkig weer les en fotovluchten op het programma. Met een leerling vlieg ik vanmiddag eerst naar Teuge bij Apeldoorn, het is maar een klein stukje, maar voor leerlingen valt “op zicht” navigeren over de Veluwe niet mee. Men is dan helemaal aangewezen op koers- tijd navigatie zonder duidelijke kenmerken op de grond.

Boven Heerhugowaard moet daarna vanmiddag een fotosessie gemaakt worden. De laatste weken is er vanwege vakanties en slecht weer weinig van zichtvliegen, en instrumentvliegen gekomen. Tijdens instrumentvliegen navigeert men weliswaar op bakens en is weinig of geen zicht op de grond noodzakelijk, maar in de winter is er dan vliegend in bewolking of onderkoelde neerslag het gevaar van ijsafzetting op de vleugels.IJsafzetting op de vleugels en op de propellor is wel zo’n beetje het laatste wat je op je vliegtuig (fleigtoeg voor de Grunningers) wil zien in de kleine luchtvaart. We hebben namelijk geen ijsbestrijdingsmiddelen aan boord, zoals grote verkeersvliegtuigen dat wel hebben.

Vaak heb ik s’ nachts op wat langere vluchten naar het buitenland met een zaklantaarn de vleugelranden beschenen om te kijken of er van ijsafzetting sprake was. Deze omstandigheden zoek ik de laatste jaren niet meer op. Ik ben te gehecht aan het alles wat het leven me te bieden heeft. Safety first!    

Geef een reactie