Nico en de blauwe bril

Vanmorgen hadden we de oppas op de kleine Nico. Het is toch mooi om te zien hoe zo’n klein mensje van amper 4 maanden bezig is om zijn nieuwe wereld te verkennen. En wat leert zo’n kind snel! Hij begint te brabbelen en herkent al duidelijk gezichten. Zo merkte ik dat hij naar mij lacht als ik mijn blauwe bril op heb. Bij de andere brillen kijkt hij me een beetje vreemd aan. Hij geeft dan gewoon geen sjoege. Zonder bril op doet ie net of ie me NIET kent. Mary maakte er vanmorgen de onderstaande foto van. Ik had net van bril verwisseld dus kijkt hij nog even onwennig, dat ging evenwel snel over in geschater, maar toen waren de batterijen van de flitser helaas leeg! 

  

Vanmiddag waren we met Jan naar zwemles. Kees is helaas al een week griepig en begint nu een zwemachterstand op Jan  te krijgen. Jan zwom vanmiddag al zonder kurken met kleding aan in het diepe. Wat gaat dat snel allemaal. Volgende week hebben de kids krokusvakantie, we nemen ze dan een dagje mee naar het zwembad, om het geleerde in praktijk te brengen. Hopelijk kan Kees dan zijn opgelopen zwemachterstand weer een beetje goed maken. Het wordt druk volgende week, want we gaan ook nog met de kids naar het strand en naar het vliegveld. Het wordt tijd dat Sophie haar luchtdoop gaat krijgen. Ze heeft er zelf al een paar keer om gevraagd.

                                    Nog één keer “OVER WINDMOLENS”

Ik kreeg nogal wat reacties op mijn artikeltje waarin ik naar aanleiding van allerlei wetenschappelijke publicaties mijn twijfels over het nut van windmolens uitsprak. Als ingenieur en techneut,- het bloed kruipt nou eenmaal waar het niet gaan kan,- heb ik mij hierin nog eens wat verder verdiept; hierbij stuitte ik op een interessant recent artikel in het NRC Handelsblad van vorige week, van de hand van Prof. dr. B.M.S van Praag,  die hoogleraar is aan de Universiteit van Amsterdam.

De kop van dit artikel luidt alsvolgt”:

Door Prof. dr. B.M.S. van Praag; Universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

Windmolens zijn lelijk, duur en leveren niks op

Waarom zoveel subsidie steken in een onbetrouwbare en nooit rendabele energievorm

Gepubliceerd: 6 februari 2008 00:00  

Voor het hele artikel : http://www.nrc.nl/opinie/article924173.ece/Windmolens_zijn_lelijk,_duur_en_leveren_niks_op

De professor komt hierin op een m.i heldere wijze tot vernietigende conclusies over de landschapsvervuilende en subsidievretende “witte monsters” die door onze ministers Cramer en van der Hoeven als “lieve begoniaatjes” (JT)  worden uitgedeeld op kosten van de belastingbetaler. De professor zegt dat de 1000 windmolens (met elk een hoogte van de Euromast en breedte van een voetbalveld) die nu ons landschap ontsieren, slechts zo’n 1 a 2 % van ons totale energieverbruik leveren. Met de verdubbeling van minister Cramer zal dit aandeel niet veel hoger worden, zegt hij verder.

De professor vervolgt: “Over de betekenis van windenergie voor Nederland bestaan veel misverstanden. Er wordt geschermd met grote vermogens van een, twee en binnenkort nog meer megawatt per turbine. Wat vergeten wordt is dat het hier om maximale opbrengsten gaat, bij een windsterkte van ongeveer 8 Beaufort (daarboven moet de molen worden gestopt). Maar zo hard waait het niet vaak in Nederland. Bij minder wind ligt de opbrengst een stuk lager. De gemiddelde productiviteit over een jaar is slechts 20 procent van het maximum”.

Windmolens zijn tegenwoordig vaak onderwerp van discussie. Voorstanders schermen altijd met de duurzaamheid van windmolenenergie. Professor BMS v Praag legt echter uit dat het niet gaat om de keuze, vóór of tégen duurzame energie. Voor duurzaamheid is iedereen. De keuze moet gaan over de vraag welke van de technologieën we wel in ons land willen hebben en welke niet. Hoe verhoudt windenergie zich tot andere vormen van duurzame energie, zoals zonne-energie, getijdenenergie, geothermische energie, kernenergie en moderne steenkooltechnologie? In vergelijking hiermee is windenergie een instabiele bron. Op den duur moeten de gekozen technologieën zich zonder subsidie op de markt van concurrerende technologieën kunnen bewijzen. Voor windenergie lijkt dit uitermate dubieus.   
 

Geef een reactie