Op verzoek van Marcel Versteeg, – de webmaster van de BZN website,- maakte ik foto’s van een aantal van de onderscheidingen die we als BZN-ers kregen. Hij wil ze op de website in de archieven onderbrengen. De meeste groepsonderscheidingen hangen in het Volendams Palingmuseum, maar een aantal kreeg ieder lid apart. Daar heb ik er thuis een paar van gefotografeerd. Het zijn weliswaar gewoon dingen die je vast kan houden en verplaatsen, maar toch, er mee bezig zijnde, realiseerde ik me terdege welke enorme persoonlijke waarden ze vertegenwoordigen. Het zijn eigenlijk de sporen die we verdiend hebben. De juwelen aan de kroon op een levenswerk, waar op 16 juni 2007 in Ahoy voor altijd een einde aan kwam. Ik heb eigenlijk nooit zo naar al die dingen omgekeken. Logisch, we waren altijd als in een roes bezig om weer opnieuw te scoren. Genieten van het moment of terugkijken, daar hadden we geen tijd voor.
Maar na Ahoy 16 juni, toen de “wilde achtbaanrit” voorgoed tot staan kwam en ik na het verwerken van alle emoties in een weldadige rust terecht kwam, begon ik de om mij heen hangend onderscheidingen veel meer te waarderen. Als tastbare bewijzen van de waargeworden jongensdroom die ik in het echt beleefd heb. Als blijken van waardering en eerbetoon van medemensen voor jouw werk, zoals dat maar aan weinigen gegeven is. Daar pas veel respect bij, en vooral dankbaarheid.
Daarom heb ik besloten om een paar foto’s van die onderscheidingen de komende dagen op dit journaal te laten zien. In willekeurige volgorde, om te beginnen met de Koninklijke Ridderorde die we in 2006 kregen, en waar ik heel trots op ben.
Links de oorkonde (50 cm hoog) die bij ons thuis hangt in de trapgang naar de Weinstube. Op een prominente plek. Rechts zien we de versierselen, de eigenlijke onderscheiding, die ik ook heb laten inlijsten, met een demontabel achterkantje. (20 cm incl lijst hoog). Deze hangt bij ons in de woonkamer. Bij de onderscheiding zat een protocol hoe en wanneer deze wel of niet gedragen mag worden. Je kan bijvoorbeeld niet eventjes gaan stappen in de kroeg met je Ridderorde op. Alhoewel ik me afvraag wie daar wat van moet zeggen. Na je dood dienen je nazaten de onderscheiding weer in te leveren bij het Kapittel van de Civiele Orden.
Overigens heb ik bij de daartoe geëigende instantie twee kleine speldjes, zoals rechts boven te zien, besteld, om die op gepaste gelegenheden (met trots) te dragen. De hele onderscheiding is toch wel te groot en te kostbaar om even op je revers te prikken.