Vandaag ging ik echt weer eens ouderwets uit mijn bol; de gehele dag mocht ik als een vogel, gedragen door de wind onder de vleugels van mijn beide vliegtuigen, in totale vrijheid hoog boven de aarde genieten van de prachtige natuur die heel rustig onder ons doorgleed. Van boven af lijkt de aarde zo vredig, niets verraadt dat er ook veel kommer en kwel heerst op die relatief dunne harde korst onder je. Een korst begroeid met jungle waarin het vechten is om te overleven. Het zwerk daarboven lijkt de enige plek waarin je je aan de wetten van die keiharde jungle kan onttrekken. Eerst vloog ik vanmorgen met de PH-BNK en daarna in de PH-BZN die ons o.a naar het zonnige Groningen bracht.
Zittend op het zonnige terras van het luchthavenrestaurant aldaar, samen met mijn leerling, aan de lekkerste bal gehakt van Nederland, kijkend naar al die mooie zilveren vogels op het platform, besefte ik dat ik maar een ongelofelijk bofkont ben, dat ik dit allemaal mee mag maken. Na zo’n fantastische afgesloten carriére nog zo mogen genieten van de je nog gegunde tijd. Eigenlijk heb ik nog maar één zorg: hoe kan ik zo lang mogelijk dóór blijven ademen. Ik heb gezondheid altijd al het belangrijkste in mijn leven en dat van anderen gevonden, maar nu ik ouder wordt helemaal natuurlijk. Vooral toen ik me vanmiddag op dat terras in Groningen bedacht dat morgen op 4 mei onze vriend en BZN manager Jacques Hetsen alweer een jaar geleden overleed. Ik zag de hele film weer voor me.
Op weg naar huis maakte ik onderstaande foto van het vestingstadje Elburg. Elke keer dat ik dit pittotoreske plekje zie vanuit de lucht bekruipt mij een airborn “Anton Pieck” gevoel, en krijg ik zin om er eens uitgebreid in rond te gaan fietsen. Het lijkt me een leuk plaatsje met een interessant verleden, en dat fietsen daar, gaan we binnenkort zeker eens doen.
Onderstaand de foto die ik vanmiddag maakte van het vestingstadje Elburg in de zon.
Ook vloog ik nog even over Walibi, waar we gistermiddag met de kleinkinderen op bezoek waren. Ik kon het niet laten om er met de camera buiten boord even een fotootje van te schieten. Vanuit de lucht lijken alle kilometers die we hier gisteren sjokten veel korter.
Ja en toen we aan het eind van de middag weer landden op vliegveld Lelystad werd mijn fiere vliegershart als door een dolk gestoken bij de droeve aanblik van een door zijn rechterpoot gezakte Engelse Spitfire die ons de weg versperde op de taxibaan. Kreupel en gedeeltelijk verminkt lag deze frontliner van onze bevrijders in WO2 als een aangeschoten adelaar op het koude beton weg te kwijnen. Weliswaar had hij samen met nog een andere Engelse “Spit” waarmee vanmiddag Lelystad even werd bezocht, het luchtruim boven het vliegveld geterroriseerd met duiken en jagen, maar ja daarvoor hoefde hij toch niet zo radicaal bestraft te worden? Een Spit, de schrik en ondergang van de Deutsche Luftwaffe tijdens de tweede wereldoorlog hoort nou eenmaal geen gezapige rondjes te draaien, maar met snerpend geluid en duizelingwekkende snelheid te jagen op alles wat beweegt. Het is doodzonde, als dat maar weer goed komt !! Dat vond ook collega-instructeur Ruben, die ik later nog even sprak. Ook hij had betraande ogen bij het zien van zoveel vlietuigleed.