Het eiland Rinca, een v/d eilanden behorend tot het beroemde Komodo National Park
Na de eerste nacht op het schip stonden we heel vroeg op – 6 uur – om na een korte vaart met de tenderboot een 2,5 uur durende wandeling te maken op het eiland Rinca; een van de eilanden waaruit het beroemde Komodo National Park bestaat. Een onbeschrijfelijk hete klus,vandaar zo vroeg, dan is de hitte nog enigszins draaglijk. Het was inspannend en we waren doordrenkt van het zweet, maar het was de moeite echt meer dan waard! Hier in dit Komodo National Park park leven naast herten, buffels en apen nog ruim 3000 varanen, waarvan zo’n 2000 op Rinca; de Engelse naam doet hun uiterlijk meer eer aan: “Dragons”. Heel duidelijk afstammelingen van de dinosaurus. Deze dieren hadden al lang uitgestorven moeten zijn, maar er leven er dus – uitsluitend in dit park – en nergens anders ter wereld – nog 3000. Een foutje van de natuur lijkt het wel.
Onder: Op de aanlegsteiger bij binnenkomst van Rinca dreigde het even mis te gaan; onder toeziend oog van een aap links wordt de uitgang van de steiger geblokkeerd door een twee meter lange hongerige Dragon. En daar is zelfs de lokale bevolking bang voor ! Met stokken wordt het dier weggejaagd.
Onder: Ja, en dat moet ik toch ook effe kwijt. Toen we dan net de steiger af konden,en het eiland opliepen zag ik dit trieste tafereeltje. Het beeld behoeft geen commentaar denk ik. Het is een mooi land, Indonesie, maar vuilnisophaaldiensten lijken niet te bestaan, en bovendien gooit iedereen z’n afval op straat of in het water. Het is hier wat dat betreft een hele grote bende. Met o.a onderstaand beeld tot gevolg.
Onder: Voor de rest is het werkelijk wonderlijk om hier rond te lopen; je waant je in het Dinosaurussen tijdperk, zo’n 65 miljoen jaar geleden. De enige plek op aarde waar deze carnivoren,- vleeseters – nog voorkomen. Ze eten buffels, geitjes, herten, en ze zijn ook niet vies van een menselijk hapje. Als het maar vlees is, oppassen geblazen dus.
Onder: Onze complete groep met twee mbv stokken bewapende lokale gidsen tijdens een korte pauze in onze wandeling op Rinca vlnr: Jan, Mary, Udman, Miriam, Zyneb, Hamza, Cameron, Kathy, Clint, Kim, Marc, Sonja, reisleider Frans, onderste rij vlnr: lokale gids, Hicham, lokale gids. Uit de namen blijkt wel de nationaliteit; Marokkaans, Amerikaans en Zwitsers.
Onder: Over prehistorisch gesproken; bij onderstaande foto van een Dragon, die zijn kop boven z’n hol uitsteekt, komt toch sterk de associatie met Jurassic Park naar voren.
Men heeft in de 90-er jaren besloten de dragons niet meer te voederen – met levende geitjes en herten een waar spektakel voor de toeristen – De dragons moeten zelf aan eten zien te komen, en dat lukt ze heel goed. Complete buffels moeten het loodje leggen tegenover de hongerige groepen dragons, die het eerste in de poten van de vluchtende buffels bijten, om de snelheid er uit te halen. Jawel vrienden een keiharde wereld voor die buffels hier.
Onder: Meerdere Dragons wachten bij de keuken van de Rangers op het eiland; af en toe wordt wat vleesafval naar buiten gegooid. De rangers zijn er zich echter van bewust zelf ook een prooi te vormen, ze zijn daarom uiterst voorzichtig.
Onder: Heel duidelijk zijn de trekken van de prehistorische dinosaurus te zien in de Dragons, die koudbloedig zijn. Ze moeten zichzelf s’ morgens in de zon eerst opwarmen om actief te kunnen worden. Ze kunnen een snelheid van 18 km per uur halen. En dat halen wij niet. Wegrennen heeft dus geen zin, aanval is in geval van nood de beste verdediging zullen we verderop zien.
Onder: Na een verscheurende beet van de dragon wordt de wond van de geit of buffel met bacterieel gif uit de Dragon’s tong afkomstig, geinfecteerd. Hierdoor zal de prooi na enige tijd zeker het loodje leggen.
Onder: En we ploegden maar voort, op dat schitterende mooie eiland Rinca. Vooraan loopt Mary, en daarachter komt de rest van de groep. In het midden van de foto is in het water helemaal links nog net een stukje van een vd masten van onze boot te zien. Het is wel te begrijpen dat de Dragons dit paradijsje hebben uitgezocht om de evolutie te overleven.
Onder: Na uitleg van de lokale gids op deze foto een demonstratie hoe een agresieve Dragon aan te pakken als het fout lijkt te gaan. Zoals hierboven reeds gezegd: weg rennen heeft geen zin, ze halen 18 km per uur. Denk nu niet: “van achteren aanvallen, dat is laf”, neen vrienden; het gevaar komt in eerste instantie van de staart, en de eerste klap is nog steeds een daalder waard, nietwaar?
Kannibalen, dat ook nog !
Dragons zijn ook nog eens kannibalen, die hun eigen baby’s opvreten. Alleen de baby’s die s’ nachts geboren worden hebben mazzel, zij kunnen in het donker ongezien in de omringende bomen klimmen en ontkomen aan de nietsontziende vraatzucht van hun hongerige moeders. De baby’s kunnen wel tot hun 4de jaar in de bomen moeten blijven zitten, uit angst voor hun moeder, die intussen allerlei trucks toepast om de “malse hapjes” naar beneden te lokken. Wat een toestand vrienden, en het is echt waar…
Onder: Onderweg zagen we deze 4 jaar oude Dragon baby voorbij kruipen. Dit beest is zo’n 30 a 40 cm lang en heeft nog niet de dodelijke bacterie op de tong.
De derde dag voeren we naar het eiland Komodo waar we wederom een wandeling maakten door het Nationale Park. Het is zaak om voldoende water mee te nemen onderweg want het zweet gutst met bakken uit je lijf. Het is echt bloed en bloed heet, en ook heel vochtig. We zagen hier reuzenspinnen, kakatoes, en herten die als voer voor de dragons dienen; uiteraard kwamen we ook een paar dragons tegen. De dag werd verder gevuld met snorkelen en zwemmen op de omringende eilandjes.
Onder: Juist voor het bootje, in de schaduw, onder de boom op het strand, liggen we met onze hele groep uit te rusten van een vermoeiende dag; voor deze overzichtsfoto was ik helemaal naar het heuveltje aan het eind van het strand gelopen. De mensen op de voorgrond zijn locals.
Onder: Deze twee nieuwsgierige aapjes keken toe hoe ik de foto van Sonja, even verder naar onder maakte.
Onder: Onder toeziend oog van de twee aapjes hierboven poseerde ons groepslid, de Zwitserse Sonja, even op deze boom om alle lezers van dit journaal, waar zij vanaf nu zelf ook bij hoort, hartelijk te groeten. Afzien manneeeee…….
Onder: s’ avonds hadden we een gezellige BBQ op het strand van een van de vele eilandjes die we onderweg tegenkwamen.Op de achtergrond ligt de Ombak Putih geduldig op ons te wachten.