Paar koude en natte dagen aan Australische zuidkust
De dood van onze goede vriendin Betty Louweret is ons niet in de kouwe kleren gaan zitten, we raken er niet over uitgesproken. Daarbij komt nog het trieste gegeven dat we helaas niet persoonlijk bij de crematie kunnen zijn. Ondanks dit alles besloten we de draad toch maar weer op te pakken.
Ons verblijf in Melbourne werd vanaf de 2de dag gekenmerkt door ronduit slecht weer. Een koufront uit Antarctica bracht harde wind, lage temperaturen en veel striemende regen. Het werd s’ morgens een paar dagen lang niet warmer dan 10 graden en s’ middags kwam het kwik niet boven de 14 a 16 graden uit. Voor Australische zomerse begrippen ronduit koud.
Maar daar is intussen weer verandering in gekomen. In de loop van de laatste dagen werd het droger en warmer.
Links: Vanmiddag registreerden we op Kangaroo Island maar liefst 42 graden Celsius op de klok van het dashboard in onze campervan.
Vandaag arriveerden we per boot ferry in Kangaroo Island waar we in een regelrechte bloedhitte terecht kwamen; de warmste dag tot nu toe hier in Australie. Zoals de foto linksboven laat zien was het er 42 graden. Ook de komende dagen blijft het heet.
Melbourne een fleurige wereldstad
Zoals ik in de vorige bijdrage heb vermeld, vandaag nog enkele fotografische indrukken van Melbourne, die ik overwegend maakte nadat de ergste regen naar het oosten was weggetrokken.
Onder: Een foto vanaf het monument voor de gevallenen in de diverse oorlogen waar Australische soldaten in mee hebben gevochten.
Onder: The Docklands; het winkel en wandelgebied rond het Waterfront van Melbourne. Na heel slecht weer in de ochtend togen we s’ middags van uit de voorstad Springvale, waar we de campervan lieten staan, weer per openbaar vervoer naar Melbourne. Er woei nog steeds een harde koude Zuidpool wind. We zaten er nu in de gratis Tourist bus die langs alle bekende en bezienswaardige plekken in Melbourne komt. Een hele goede service, net als de gratis City Circle Tram, die een iets andere route neemt. Maar daar waren we een dag eerder al mee op pad geweest. Wij stapten o.a uit bij de Docklands. Wat Darling Harbour voor Sydney is , moet de Docklands voor Melbourne worden.
Onder: Linksboven het gebouw van de douane in The Docklands, opvallend hier is de design-achtige nautische architectuur, met veel roestvrij staal en glas, waarbij gedurfde ontwerpen en kleuren zijn toegepast. Dat laatste geldt overigens ook in de rest van Melbourne. Rechtsboven is in the Docklands een vis bar, en linksonder een IJscream zaak gevestigd.
Onder: Woon flats aan de kade in The Docklands. Reken maar dat hier een paar centjes voor neergeteld moet worden. Zo te zien staan ze allemaal nog leeg.
Onder: Door de kou en de harde wind liep er vrijwel niemand op deze normaal gesproken toch drukke haven boulevard. Ook hier weer moderne architectuur.
Onder: Midden in het stadscentrum van Melbourne zien we dit soort futuristische ontwerpen; het gebouw rechts is van SBS
Onder: Bij The Docklands het fleurige gebouw van de NAB The National Australian Bank. Overal kleuren te over. De betekenis van de omgekeerde koe in de boom is ons niet duidelijk geworden. Gelukkig hadden we geen gids, anders had die ons dat wel uitgelegd.
Onder: Ondanks de lage temperaturen van die dag zitten de Melbourners in hun zomerse kloffie op de trappen in het centrum aan de Flinders Str.
Great Ocean Road
Onder: Vanuit Melbourne draaiden we de Great Ocean Road op; een bijna 200 km lange fraai gevormde kustweg aan de zuidelijke Oceaan kust ten westen van Melbourne, en een van de landschappelijke highlights van onze trip.
Onder: Ondanks de relatief lage temperatuur van dat moment zwemmen de Ausies er lustig op los. Let eens op de breedte van de stranden.
Onder: Na een uurtje rijden werd het toch weer onstuimiger; er stond een harde tot krachtige wind. De Australiers noemen dit ” windy “, ze zijn wel wat gewend op dit gebied.
Onder: De golven beukten op de stranden, en de bewolking nam toe. We besloten om de kust te verlaten en eerder dan gepland het binnenland in te trekken naar The Grampians, een prachtig gebergte ten noordwesten van Melbourne. Foto’s van The Great Ocean Road hopen we dan op de terugweg naar Melbourne in goed weer opnieuw te kunnen maken. We zijn per slot van rekening op een foto safari door Australie.
Onder; Hier zijn we net aangekomen in Dunkeld, op een droomplekje, aan de voet van The Grampians op een door de gemeente beheerd Caravanpark. Zo zitten wij graag. Heerlijk die serene rust na de twee drukke caravan parks waar we zaten aan de kust oostelijk van Melbourne. Er zijn bij Lake Entrance en Batemans Bay aan die kust veel groot opgezette Holiday Parks, die ook een caravanpark huisvesten Die zijn bij de Ausies zeer populair dus zijn ze mudvol. Dat is eigenlijk nou net wat wij niet zoeken, maar al doende leert men. We zitten hier weer zoals we gewend waren in West,- en Noordoost Australie.
Onder: We trokken verder de Grampians in en zagen bij de Silverband Falls de ravage die de laatste overstromingen daar hebben aangericht. Het deed ons denken aan de Griessbach Klamm achter ons favoriete hotel Der Larchenhof in Oostenrijk, waar we binnenkort met onze vrienden weer naar toe zullen reizen.
Onder: Op de Boroka Look Out in het noorden van The Grampians.
Onder: Hier zien we vanaf een Look Out het dorpje Halls Gap in The Grampians. Wat een schitterend mooie streek is dit, en wat rustig; je komt er geen kip tegen; alle bouwvak vierende Australiers liggen kennelijk aan de drukke stranden bij Batemans Bay, Lakes Entrance en Lorne.
Onder: Even verderop The Mc Kensy Falls; er zijn zoals op de foto te zien mensen beneden bij de Falls. Je kan via een stel trappen ook helemaal naar beneden wandelen; dat duurt ongeveer een half uur. Je moet dan – inmiddels is het weer 30 graden – wel weer een uur terug omhoog klimmen, een warm klusje.
Onder: Wij verkozen om met onze telelens in te zoomen naar beneden, om op deze makkelijke wijze naar de voet van de Falls te gaan.
Onder: Een close up van het middendeel van de Falls waar jongelui proberen via de bosjes in het water te komen.
Onder: Gekiekt door de voorruit van de auto, tijdens het rijden door de Grampians
Onder: Uitzicht vanaf het uitkijk punt The Balconies in The Grampians
Veel zelf ontworpen en zelf gebouwde campers in Australie
Onder: Deze twee mensen stonden niet ver van ons af in Dunkeld, ik kon ze rustig gadeslaan – niet te verwarren met begluren – en met ze praten. Ze reden en sliepen in de bedrijfsauto van hun zoon, een engineer, die er voor zijn ouders een handige multifunctionele afneembare bak op had geconstrueerd. Na het eten verdwijnen de stoeltjes in de la -rechtsboven – , kruipt het stel in hun mandje, en gaat de klep dicht. Over een paar dagen is het weer een bedrijfswagen voor zoonlief.
Onder: Van het mooie Dunkeld reden we naar Robe, waarna we een stop maakten in het bij de Australiers geliefde kustdorp Victor Harbour. Hier passeert op de jetty net de bekende paardentram van Victor Harbour. (groen)
Onder: Diep in een bosgebied bij een stop voor een drooggevallen waterval zagen we een trouwpaartje dat er in een openbare picknickplaats een soort receptie hield met de familie. Uiteraard vroeg ik ze om een er een fotootje van de familie te mogen maken.
Onder: In Heathport reden we de Bowman drive, die ons veel mooie plaatjes en een goede indruk van de kuststreek opleverde
Onder: The Bowman drive bij Heathport; wat een highlight, en wij kwamen er in een paar uur tijd helemaal niemand tegen
Onder: Van Robe reden we naar Normanville. We verbleven in een prettig caravanpark aan het strand, zodat we vanaf onze campervan uitzicht hadden op de volgende tafereeltjes, en voor de broodnodige verkoeling ook zelf snel ter plekke konden zijn…….
Onder: S’ avonds, net na sunset, liep ik nog even het strand op en maakte deze foto van de jetty in Normanville. Hierop staan vele sportvissers tot laat in de avond hun geluk te beproeven. De grote passie van praktisch alle Australiers inclusief vrouwen en kinderen. Veel plaatsen hebben overigens een jetty, die overal van het strand de zee in loopt. Dit is een overblijfsel uit vroegere tijden toen de jetty als aanleg mogelijkheid voor stoomschepen, zorgde voor economische bedrijvigheid in het oord.
Onder: We reden naar Cape Jervis en reden onze 7,22 mtr lange campervan de Ferry in. Op de foto staat hij voor de grote lege veetransport wagen. Er moet van te voren geboekt worden voor dit vervoer; voor de potentiële Australie gangers meld ik maar even dat het geen goedkoop ritje is. Voor de campervan betaal je een kleine 40 dollar per meter, en per persoon komt daar nog eens 92 dollar bij. Maar….. dan ben je wel in Kangaroo Island, en das niet niks!
Kangaroo Island
We blijven nog een extra dag op Kangaroo Island; je ziet er de natuur op zijn best; en het is er echt heel rustig. In de boom net naast onze campervan ontwaarden we vanmiddag een slapend Koala beertje, fantastisch toch, zo in het wild levend. De foto’s die we hier maakten – op onderstaande twee na – wil ik voor een volgende bijdrage bewaren.
Onder: Dit vertederende Koala beertje zagen we vanmiddag naast onze campervan in een Eucalyptusboom zitten te slapen. Het beestje leeft van de bladeren van deze boomsoort die hier volop aanwezig is. Waar maak je dat mee?
Onder: Bij Seal Bay aan de zuidkust van Kangaroo Island hebben om allerlei geografische redenen de 14.500 alleen in Australie voorkomende Australische zeeleeuwen zich gevestigd. Men heeft er een boardwalk naar toe aangelegd, om deze dieren van dichtbij te kunnen bekijken zonder ze te storen. Geloof me of niet: Mary en ik hebben er vanmiddag (maandagmiddag) in extreme hitte elk een liter water tijdens deze boardwalk-wandeling moeten drinken.