Waarde vrienden,
We zijn al weer ruim een week onderweg, en hebben een intensieve rondreis – 600 km – in onze eigen auto over de Faeröer Eilanden achter de rug. Wat een geweldige belevenis was dat; een ongekend ongerept en vooral ruig landschap met een schitterende natuur. Je weet gewoonweg niet wat je ziet. We hebben er mateloos van genoten. Terwijl het hier volgens officiële websites meer dan 300 dagen per jaar regent, dus maar een dag per week “droog” is, hebben wij 3 dagen perfect weer gehad. “Je krijgt wat je toe komt, zeggen wijze mensen wel eens….
De 18 Faroer eilanden met 50.000 inwoners zijn met elkaar verbonden door bruggen tunnels en viaducten; ze zijn 55 miljoen jaar geleden ontstaan uit vulkanische activiteit. In de 7de eeuw waren Ierse monniken de eerste bewoners; in de 9de eeuw werden die weer verjaagd door de Vikingen uit Noorwegen die de eilandengroep “overnamen”. De archipel vormt nu een autonoom gebied binnen het koninkrijk Denemarken
De ferry boot met 800 auto’s op 2 dekken en 1400 passagiers, deed 30 uur over de overtocht van Hirtshals naar Tórshavn – de hoofdstad van de Faeroer – We hadden een prima hut om in te overnachten, en het eten was heel goed aan boord.
Het hotel waarin we tijdens ons verblijf op de Faeröer verbleven lag tegen een bergwand boven de stad Torshavn, net toen wij er waren werden de daken “gemaaid”. Veel daken op de Faeröer hebben grasdaken, omdat men dat hier mooi vindt.
Vanuit het hotel keken we op Tórshavn…
Living “on the edge” noemen wij dit buurtje in Tórshavn
Onderweg naar het noordelijkste eiland zien we prachtige fjorden en meren
Onderweg zien we een kerk met een grasdak, dat zullen we hier nog heel vaak gaan zien bleek later
Faeröer eilanden betekent eigenlijke schapen eilanden. Dat klopt met wat wij gezien hebben, veeeeeel schapen.
De schapen hier zijn volgens de bewoners zeer intelligent, maar dat klopt niet met onze waarnemingen. Als schapen die plotseling de weg oversteken en bijna aan de andere kant van de weg zijn, een auto horen aankomen, keren ze weer om.. heel dom dus !
We rijden naar het noordelijkste kustplaatsje op de Faeröer: Vidareidi
Met de noordelijke Atlantische Oceaan op de achtergrond zien we hier de noordkust van Vidareidi waar slechts een handjevol mensen wonen
We kijken onze ogen uit hier, het is natuurlijk wel heel winderig, je bent een speelbal van de natuur, maar het is ongelofelijke mooi. Het doet ons soms denken aan Schotland of Alaska, maar het is toch anders. Op de achtergrond Vidareidi
Waar de Atlantische golven al duizenden jaren met grote kracht op de rotsen beuken…
Onderweg zie je veel van deze kleine dorpjes. In de rotsen de sporen van de vele vulkaanerupties die met lange tussenpozen van vele eeuwen zorgden voor steeds nieuwe lagen basalt
Niet alleen wij en de Faeröerse bevolking houden van vis, ook de vogels lusten er pap van!
Met een boot vanuit Vestamanna koersten we langs de kust van Streymoy en voeren we grotten in waar we nauwelijks in pasten met de boot, en dat terwijl de huizenhoge golven van de Atlantische Oceaan het scheepje compleet heen en weer smeten
Westkust van Streymoy vanaf het schip
En weer voeren we een grot in waar deze keer een waterval op de achtergrond naar beneden kletterde. Het was een bloedstollende ervaring om te ervaren hoe het schip met behulp van grote stuurmanskunst door de nauwste openingen voer
Vele eeuwen lang hebben de extreme golven van de Atlantic hun werk gedaan en grote grotten en gaten uitgesleten in de kusten van Streymoy. De kleuren verraden de aanwezigheid van vele mineralen, kenmerkend voor vulkanisch materiaal
De schapen op de zeer steile kusten leiden een zeer onzeker bestaan; keer op keer kukelen ze in het water op jacht naar een lekker stukje mos
We rijden naar Saksun op het eiland Streymoy, de tijd heeft hier dus echt stil gestaan
Heel bijzonder, al die grasdaken, in Saksun wemelt het er van; het heeft echter niets met isolatie of iets anders te doen; het gras dient ter decoratie.
Overal, en werkelijk echt overal langs de wegen en in de dorpjes storten watervallen van de rotsen naar beneden
Dan rijden we naar het noordelijkste plaatsje Tjornuvik op het eiland Streymoy. Het idyllische plekje ligt in een prachtige baaitje omgeven door rotswanden waarop overal schapen grazen. Hier moesten we maar eens een kijkje gaan nemen
In Tjornuvik wordt het gras gemaaid en in de wind gedroogd. Dit gebeurt een keer per jaar in de zomer als het een paar dagen achter elkaar droog is, wat nu dus het geval was omdat wij er waren !!!
Op het strand van Tjornuvik is een gezin zich aan het vermaken; bedenk dat het hier in de zomer tussen 12 en 16 graden is.
Op weg naar Eysturoy zien we door bergpassen rijdend op weg naar Gjógv het plaatsje Funninger in een ooit door gletsjers uitgesleten vallei liggen.
Uit de rijdende auto gekiekt onderweg naar Gjógv
Het vissersplaatsjeplaatsje Gjógv is betoverend mooi, vooral door de unieke ligging bovenaan een diep maar klein fjord, waarin een scheepswerf was gehuisvest
Vanuit het voorruit van de auto gekiekt als we Gjógv binnen rijden.
In Gjóvn kan men langs een steil bergpad omhoog wandelen met als beloning dit uitzicht op de ligging van het plaatsje
Goed te zien is de relatie van het nijvere vissersplekje met de scheepswerf
Het kleine fjord waarin op de voorgrond de resten van de vroegere scheepswerf van Gjógv te zien zijn
Het is een genoegen om door de prachtige straatjes van Gjógv te wandelen
Als we Gjógv verlaten maken we nog snel even deze foto
Van ons hotel in Tórshavn reden we naar het eiland Vagar en bezochten daar het plaatsje Gasadalur; er stond een behoorlijk harde wind; de waterval die normaal gesproken recht naar beneden stort werd af en toe compleet opgetild zoals op de foto goed te zien is. Leuk is het regenboog effect in het omhoog gewaaide water
We rijden in onze eigen auto deze keer. De wegen zijn goed berijdbaar over het algemeen, dat moeten we in IJsland natuurlijk nog even afwachten
Namen van plaatsen en eten zijn voor ons gewoonweg NIET uit te spreken, zeg nou zelf. Ze zijn meestal heel lang met veel medeklinkers achter elkaar, hoe ga je daar mee om ? Er wordt wel redelijk Engels gesproken dus redden we ons wel.
Een van de weinige os-achtige dieren die we op de Faeröer zagen
Bij Kirkjabour, een van de eerst bewoonde nederzettingen aan de zuidkust ten zuiden van Tórshavn kon ik dit mooie plaatje maken
Voor dit tafereeltje in Kirkjabour ben ik ook maar even uitgestapt
In het oude centrum van de hoofdstad Tórshavn is nog een buurtje bewaard gebleven in de originele staat; hier moest ik toch sterk aan Volendam en Marken denken
De kabeljouwen worden her en der tegen de muren onder een afdakje gedroogd, ook dit ken ik nog van vroeger in Volendam
We verlaten de Faeröer en varen op de boot ferry tussen de eilanden door de noordelijke Atlantische Oceaan weer op , op weg naar IJsland. Helemaal op de achtergrond de noordkust van Streymoy