Jaarlijks archief: 2008

Het kamertje van Christiaan in Ljubljana

Gisteren een heerlijk rustig dagje. We fietsten wat rond met onze kleinzoon Tim, en brachten al fietsend een bezoek aan de even buiten Volendam gelegen boerderij- ijssalon Honingh. Het eerste dat Tim doet als hij daar op het terein komt is naar de ijsafdeling rennen, gewend als hij is om altijd voor zijn hachie te moeten strijden tussen het tweeling geweld van zijn oudere broertjes Jan en Kees in. Gisteren had ie bij ons alle aandacht, want hij was alleen, en hoefde dus niet te vechten voor zijn ijsje. Er lopen op de boerderij ook allerlei dieren rond zoals geiten kippen konijnen etc. Tim die een beetje begint te praten, meldde mij bij het zien van elk dier: “Bappie” (ik dus), hij gaat jou opeten”. Dit is normaal gesproken het soort grapjes waarmee ik hem een beetje aanpak. Tim draait de rollen om; waar haalt zo’n klein knulletje de humor vandaan vraag ik me af.

Vanmorgen vroeg waren we al op pad met Jan en Kees naar zwemles. Er zit schot in de zaak, de boys zijn nu bezig met de borstcrawl, al moest ik bij de aanblik ervan meer denken aan een paar kronkelende slangen; de borstcrawl is nog ver te zoeken. Maar… de aanhouder wint. Gisteren en vandaag heb ik aanvang gemaakt met het selecteren, bewerken en archiveren van de foto’s die ik tijdens onze laatste reis gemaakt heb. Dat is een hele klus, maar ik doe niets liever en bovendien voelt het als een prettig verlengstuk van de reis. Af en toe vlucht ik even naar buiten om lekker in het zonnetje zitten. Er staat ook nog heel wat luchtfotowerk op het programma, met dat mooie weer nu gaat dat deze week zeker gebeuren.

Vorige week haalden we onze neef Christiaan Springer op uit Slovenie die daar t.b.v zijn artsenstudie 6 maanden stage heeft gelopen in een ziekenhuis in Ljubljana. Ik zou nog even terugkomen op zijn verblijf aldaar als student. Ik was begin 70-er jaren  na mijn HTS opleiding in Amsterdam, zelf student aan de TU Delft werktuigbouwkunde – afstudeerrichting stromingsleer en warmteoverdracht-,  en kwam in die hoedanigheid af en toe eens op bezoek bij medestudenten in een Defts studentenkamertje of flat. Dat vond ik vreselijk, die rommelige en vaak smerige kleine ruimtes, waar het krioelde van de muizen en ongewassen knullen (dat rook ik). Ik bleef daarom liever thuis wonen en reed elke dag naar Volendam op en neer. Daar kwam nog bij dat ik door de BZN optredens ook bijna geen andere keuze had. Ik pikte dan elke dag aan de Coentunnelweg twee meebetalende Amsterdamse medestudenten op; pure noodzaak, want anders kon ik de benzine niet betalen.

Daarom, maar ook uit algemene belangstelling vonden we het interessant om te zien waar onze neef Christiaan huisde in Ljubljana tijdens zijn stage. Wat ik bij het binnenkomen in zijn kamer zag en voelde, tartte alle verbeelding, daarbij vergeleken hadden die Delftse studenten uit mijn tijd een complete villa met tuin. Een klein bedompt kamertje van 4 x 3,5 mtr waar twee studenten in woonden, aten, werkten, en sliepen. Op de twee onderstaande foto’s die ik van Christiaan kreeg zie je rechts de bedden aan de ene lange muur van de kamer tegen elkaar aan staan. De voeten van Christiaan (2 mtr lang) die in het achterste bed op de foto sliep, raakten bij het slapen soms de voeten van zijn Sloveense medestudent Luka. Vaak sliep Luka’s vriendin ook nog naast hem;  dit gaf geen problemen volgens Christiaan die daar lachend over zei: “Ik heb ze in die 6 maanden dat ik er zat of lag nooit gehoord” !! Je kan je natuurlijk afvragen of Luka dan niet eens naar een arts moet, want die vriendin, die er ook was toen wij kwamen, dat loog er niet om zeg!!

 

Op de linkse foto aan de andere muur twee kleine bureautjes, het meest linkse vooraan is van Luka en het “lege” rechtse van Christiaan. Ook is er nog een piepklein keukentje en een badkamer (de boys waren wel goed gewassen en roken fris) in een hoekje van de kamer. De kamer bevindt zich in een flat (dormitory) waarvan er 30 zijn in de buitenwijken van Ljubljana. Elke “Dorm”, herbergt zo’n 400 studenten die elk 100 euro per maand betalen. Er is in elke Dorm slechts één wasmachine, met één sleutel van het hok waarin ie staat. Die ene sleutel is het meest begeerde item in Ljubljana. De studenten kunnen voordelige coupons kopen van de Universiteit waarmee ze in 100 verschillende restaurants kunnen eten. Maar ja, aan het einde van de dag moet je toch dat kamertje weer in. Ik heb echt veel respect voor mijn neef gekregen, en begrijp nu best dat die studenten bij tijd en wijlen even de beest moeten uithangen. Anders kwijn je toch weg in zo’n hok ?        

Voor degenen die meer willen weten over het “bizarre” maar ook gezellige studentenleven in Ljubljana vermeld ik hier de weblog van Christiaan, die hij 6 maanden lang heeft bijgehouden tijdens zijn verblijf daar. Het was afzien, maar Christiaan zou het zo weer over doen, dat wél !!!

Anton Pieck gevoel

Vandaag ging ik echt weer eens ouderwets uit mijn bol; de gehele dag mocht ik als een vogel, gedragen door de wind onder de vleugels van mijn beide vliegtuigen, in totale vrijheid hoog boven de aarde genieten van de prachtige natuur die heel rustig onder ons doorgleed. Van boven af lijkt de aarde zo vredig, niets verraadt dat er ook veel kommer en kwel heerst op die relatief dunne harde korst onder je. Een korst begroeid met jungle waarin het vechten is om te overleven. Het zwerk daarboven lijkt de enige plek waarin  je je aan de wetten van die keiharde jungle kan onttrekken. Eerst vloog ik vanmorgen met de PH-BNK en daarna in de PH-BZN die ons o.a naar het zonnige Groningen bracht.

Zittend op het zonnige terras van het luchthavenrestaurant aldaar, samen met mijn leerling, aan de lekkerste bal gehakt van Nederland, kijkend naar al die mooie zilveren vogels op het platform, besefte ik dat ik maar een ongelofelijk bofkont ben, dat ik dit allemaal mee mag maken. Na zo’n fantastische afgesloten carriére nog zo mogen genieten van de je nog gegunde tijd. Eigenlijk heb ik nog maar één zorg: hoe kan ik zo lang mogelijk dóór blijven ademen. Ik heb gezondheid altijd al het belangrijkste in mijn leven en dat van anderen gevonden, maar nu ik ouder wordt helemaal natuurlijk. Vooral toen ik me vanmiddag op dat terras in Groningen bedacht dat morgen op 4 mei onze vriend en BZN manager Jacques Hetsen alweer een jaar geleden overleed. Ik zag de hele film weer voor me. 

Op weg naar huis maakte ik onderstaande foto van het vestingstadje Elburg. Elke keer dat ik dit pittotoreske plekje zie vanuit de lucht bekruipt mij een airborn “Anton Pieck” gevoel, en krijg ik zin om er eens uitgebreid in rond te gaan fietsen. Het lijkt me een leuk plaatsje met een interessant verleden, en dat fietsen daar, gaan we binnenkort zeker eens doen.

Onderstaand de foto die ik vanmiddag maakte van het vestingstadje Elburg in de zon.

Ook vloog ik nog even over Walibi, waar we gistermiddag met de kleinkinderen op bezoek waren. Ik kon het niet laten om er met de camera buiten boord even een fotootje van te schieten. Vanuit de lucht lijken alle kilometers die we hier gisteren sjokten veel korter.

Ja en toen we aan het eind van de middag weer landden op vliegveld Lelystad werd mijn fiere vliegershart als door een dolk gestoken bij de droeve aanblik van een door zijn rechterpoot gezakte Engelse Spitfire die ons de weg versperde op de taxibaan. Kreupel en gedeeltelijk verminkt lag deze frontliner van onze bevrijders in WO2 als een aangeschoten adelaar op het koude beton weg te kwijnen. Weliswaar had hij samen met nog een andere Engelse “Spit” waarmee vanmiddag Lelystad even werd bezocht, het luchtruim boven het vliegveld geterroriseerd met duiken en jagen, maar ja daarvoor hoefde hij toch niet zo radicaal bestraft te worden?  Een Spit, de schrik en ondergang van de Deutsche Luftwaffe tijdens de tweede wereldoorlog hoort nou eenmaal geen gezapige rondjes te draaien, maar met snerpend geluid en duizelingwekkende snelheid te jagen op alles wat beweegt. Het is doodzonde, als dat maar weer goed komt !! Dat vond ook collega-instructeur Ruben, die ik later nog even sprak. Ook hij had betraande ogen bij het zien van zoveel vlietuigleed.