Las vanmorgen in de Telegraaf een artikel over het “bestaansrecht” van de “oudere” artiest in Nederland. De geïnterviewde artiesten van boven de 60 zoals Rob de Nijs, Willeke,en Louis van Dijk geven allen aan hun leeftijd niet als een belemmering te beschouwen. Ik ben het daar volkomen mee eens. Omdat mij de laatste tijd door vrienden en bekenden ook steeds vragen worden gesteld over het “zwarte gat” na BZN, heb ik dit artikel met meer dan gemiddelde interesse gelezen. Ik kan mij volledig vinden in de motivatie van de geïnterviewden; “zolang het nog gaat en het publiek het leuk vindt blijft het voor de artiest ook leuk”. Weliswaar ben ik nog geen 60 , maar ik voel dit ook zo.
Ook ik had nog dolgraag een paar jaar met BZN door willen gaan, maar als je in een groep zit beslis je daar nu eenmaal niet alleen over. Als een gezichtsbepalend lid van die groep stopt betekent dat het einde van de groep en stop jij dus ook. Als je dan geen solist bent, en toch verder wilt, moet je een nieuwe groep of andere carrière in de muziek gaan starten. Een nieuwe uitdaging aangaan dus. En daarbij telt de leeftijd wel degelijk mee, voel ik bij mezelf. Ik heb gewoon geen fut genoeg meer om dat hele begintraject af te lopen. Gelouterd door 40 jaar immens succes en omhangen met alle denkbare en ondenkbare onderscheidingen. Om mezelf dan nog eens opnieuw te moeten bewijzen, opnieuw af te wachten of er wel plaatjes verkocht worden en of er wel publiek op je afkomt. Weer met al die mensen werken die (en dat is hun recht) het wiel opnieuw willen uitvinden. Die stap terug naar 42 jaar geleden wil ik niet meer maken. Ik heb respect voor diegenen die het wel kunnen, maar ik kan het niet meer opbrengen. Als ik nu net zo jong als Carola was geweest zou het anders liggen, maar helaas is die mooie tijd voorbij. Ik wil mij mijn carrière blijven herinneren zoals ie was “on top” het is mooi geweest zo, en ik prijs mezelf een gelukkig mens dat ik mij een dergelijke visie ook in de praktijk kan veroorloven.
Vanmorgen hadden we de oppas op Jan,Kees en Tim en verder ben ik thuis fanatiek in de weer om mijn Blu Ray recorder te installeren op de Mac.
Het vliegwerk dat ik voor vandaag in mijn gedachten had heb ik naar morgenochtend verplaatst. Vanmiddag een reuze filegevoelige rit met BZN naar Venlo, ik ben er klaar voor.
Nu volgt zoals ik gisteren in mijn journaal beloofde een bijdrage van Evert Woestenburg.
HERINNERINGEN VAN EEN VOORMALIG BANDLID
Mag ik mezelf even voorstellen. Mijn naam is Evert Woestenburg,ben woonachtig in Volendam aan het Zuideinde,alwaar ik 42 jaren terug, in 1965, samen met jeugdvrienden
Onlangs ontmoette ik
Ik heb me dan ook voorgenomen de komende tijd wat leuke herinneringen op te halen. Niet alles tegelijk,doch verdeeld over een aantal weken hoop ik de lezer wat meer inzicht te geven in onze jeugd en hoe BZN heeft kunnen ontstaan.
Als je vroeger een jaar of 15-16 was,mocht je naar dansles. Stijldansen,wel te verstaan.Na de eerste les wandelde ik terug naar huis,en liep ik op met een jongen uit de Dr.Weverstraat, bij ons in de buurt. Ik had hem eigenlijk nooit eerder ontmoet,ofschoon,naar later bleek,wij vrij dicht in elkaars buurt hadden vertoefd. Deze jongeman was Jan Tuijp. Jan zat op de technische school en ikzelf op de middelbare school. We praatten honderduit over alle mogelijke onderwerpen en ik gaf toen reeds aan dat ik gitaar wilde gaan spelen. Jan vond het prachtig,maar was nog niet zover om ook zelf iets in die richting te gaan doen.
Een foto uit die dagen, links Evert en rechts Jan
De moeder van Jan had een broer (Klaas Puul van de garnalen-groothandel) en deze broer was weer getrouwd met de zus van mijn moeder. In de oorlogstijd gingen veel jonge echtparen inwonen bij ouders of familie en zo ook de ouders van Jan en mijn eigen ouders. Jan werd geboren boven op nr.111 en ikzelf boven op de naastgelegen nr.109.Ik kan mij ook nog goed herinneren dat ome Klaas Puul een ritje maakte naar Warder en dat zowel ons gezin als de familie Tuijp mee mocht op de vrachtauto. Zij woonden toen op het Dril en het kan niet anders of ook Jan was op die auto. Ook aldaar hebben we elkaar dus eerder ontmoet,niet bewust van de latere kontakten en de muzikale uitvloeisels daarvan.
Na die ontmoeting uit de dansschool bouwden we een leuke vriendschap op. We kletsten veel,studeerden en schreven stukjes in onze NIVO. We waren allebei oudste zoon van een groot gezin,Bij Jan thuis waren ze met 11 kinderen en zelf had ik 7 zusjes. Wel hadden we allebei een eigen kamer en daar waren we maar wat blij mee. Je kon er kletsen,studeren,muziek beluisteren en later zelfs muziek maken.
Ik zal nooit de week vergeten dat Jan te bed lag met een zware keelontsteking en dat ikzelf als een ware voordrachtskunstenaar een boekwerk van schrijver Godfried Bomans bijna geheel aan Jan heb voorgelezen. De tranen rolden over onze wangen en Jan ging herstellende heen.
En wat hadden we het arm in die dagen. Onze ouders hadden het niet breed en toch mochten we studeren. We verdienden geen stuiver en in het weekend konden we ons met moeite meten aan de andere vrienden. Zij hadden allen een baan en konden wat makkelijker een biertje kopen. Nou waren Jan en ik niet te lui om wat bij te verdienen en dat hebben we dan ook regelmatig gedaan. We hebben bollen gepeld in de streek en we hebben een draaimolen gebouwd op het Europaplein,ongeveer op dezelfde plaats waar Jan met BZN vele jaren later jubilea vierde. Heel toevallig zijn tijdens het bouwen van die draaimolen (1963?) filmbeelden gemaakt door onze toenmalige dansschoolhouder Jan Buys ((Spruitje) en enkele jaren terug werden deze beelden tot mijn grote verrassing getoond op onze lokale TV. Twee jochies van een jaar of 15-16 ,gekleed in een zwarte coltrui. En toen de draaimolen klaar was,hadden we weer wat centjes om op diezelfde kermis een biertje te kunnen kopen.
Ook hebben we in de bouw gewerkt bij mijn vader in Zaandam. Vader was uitvoerder in de bouw en t.b.v. de oplevering van woningen kon hij wel wat vegers gebruiken. We waren een redelijk functionerend veegteam,een geoliede machine en we zullen wat stof hebben verplaatst. De uitvoerder ging destijds nog over de loonzakjes en vrijdagmiddag was de uitbetaaldag. We waren heel gespannen hoe vader dacht over onze inspanningen en of dat zich ook zou vertalen in de beloning.”Zo,Jan” sprak mijn vader.”Als je je productiviteit en je inzet van deze week een cijfer zou moeten geven,wat zou het dan worden?” Nou was vader nogal ondeugend en grappig,en ik had al wel een vermoeden welke kant het opging. Jan zat echter voor een dilemma. Gaf hij zichzelf een 10,dan zou dat toch wel erg arrogant klinken,een 6 daarentegen vond Jan toch veel te weinig. Dus dacht Jan wijs te zijn en zei tegen vader:”Nou meneer Kees,ik wil bescheiden blijven en geef mezelf een 7,5 “ .”O.K.”sprak mijn vader heel ernstig,”dan stel ik voor dat ik je deze week dan maar 75% van je loon ga uitkeren. Jan keek heel erg beteuterd,vader schoot in een gigantische lach en Jan kreeg uiteraard zijn volle loon.Ik weet het niet meer exact,maar ik denk dat we toen 50 gulden netto per week verdienden.
En ofschoon we hard werkten voor een zakcentje,we waren niet echt tevreden over onze mogelijkheden. We bleven maar zoeken naar andere en betere inkomstenbronnen en laat dat nou toch nog lukken ook……
Maar daarover en nog meer…… tot een volgende keer.
Groeten,
Evert