Met weemoed namen we gisteravond definitief afscheid in theater het Park in Hoorn. We hebben hier, maar ook in het oude Park mooie tijden beleefd. Eerstens was het Park maar een kwartier rijden van huis, dus altijd een thuiswedstrijd, maar ook was het er altijd heel gezellig en sfeervol. Ik heb er nog even goed naar gekeken aan de binnenkant, want op die bühne zal ik nooit meer komen.
Het was ook het afscheid van de kop van Noord-Holland, of zoals wij dat altijd noemden ” De Noord” . Hier zijn we als tieners begonnen in de als danszaaltjes vermomde kleine cafeetjes.Vaak stonden we te spelen op een als buhne diendend biljart of een kleine nis in de muur..
Op kermissen kregen we vaak een of twee emmers water op de bühne aangereikt om je kop in onder te dompelen als je door de hitte en zweet dreigde te bezwijken.
Zoals in Lambertschaag, Nibbixwoud, De Rijp, Hoogkarspel, Heerhugowaard, Ursem, Zuidermeer, Wognum, Hypolitushoef, Wervershoof, t Zand en ga zo maar door.
Nu nog 15 concerten, waarvan drie in AHOY, een keer openlucht, een hal in Hardenberg en tien theaters. Het einde komt snel in zicht, ik proef ook bij enkele van mijn collega´s een onbestemd gevoel van binnen.
Een tijdje terug heb ik weer de halfjaarlijkse fotosessie van de kinderen en kleinkinderen gemaakt. Omdat ze op geen enkele foto allemaal tegelijk naar tevredenheid van de ouders kijken moet ik behoorlijk met fotoshop in de weer. Koppen van de ene naar de andere foto etc. Deze keer heb ik het anders gedaan, ik heb de gezinnetjes maar gewoon gesplitst, dat gaf het volgende resultaat, dat nu ook levensgroot bij ons in de keuken aan de wand hangt.
De Tuijpjes
Hier volgt weer een bijdrage van Gerrit Woestenburg de eerste drummer van BZN in de mid zestiger jaren.
HERINNERINGEN VAN GERRIT WOESTENBURG < DE EERST BZN DRUMMER>
Als ik aan mijn tijd bij BZN denk, denk ik vooral aan 1965 en de eerste helft van 1966. Als beginnende instrumentalisten waren we met ons vieren op één grote ontdekkingsreis. Onbevangen en met bijna kinderlijke verbazing genoten we van de progressie op technisch en muzikaal gebied, die wij elke week maakten. We hielden van ons repertoire en van onze instrumenten.
Tijdens een reparatie werd de VOX 30 gitaarkast van Kees Tol eens verwisseld met die van iemand van Marken. Onmiddellijk, zonder ook maar enige vorm van uitstel, werd vervoer naar Marken geregeld. Voor Kees had de zaak zo’n urgentie, dat hij, zodra de deur daar opengedaan werd, zonder uitleg naar binnen stapte om zijn kastje veilig te stellen. Verbaal kwam hij niet veel verder dan “deze is van mij”, en weg was hij.
In het begin hadden we onze instrumenten thuis. Elke zaterdag moesten deze eerst naar het repetitielokaal gebracht worden, voordat we konden beginnen. Dat gebeurde met de bakfiets van Janus, een plaatselijke handelaar in lompen en metalen. Als tegenprestatie vroeg Janus steevast een paar flesjes bier. Afgaande op het bezwaar dat Janus’ echtgenote steeds tegen ons gebruik van die kar maakte, vraag ik mij af, of de beste man die ooit wel eens heeft gekregen.
En aan flesjes bier en BZN denkend, kom ik onvermijdelijk bij mijn trauma, opgedaan tijdens een optreden in Sint Pancras. Dick de Boer had zojuist een alcoholvrij regime afgekondigd. Er was een of andere dorpsfiguur, die zich, naar ik meen, Witte Kesie noemde. Hij bood vijf rondjes voor ‘Dandy’ van The Kinks. Als ik op mijn slechtste momenten mijn ogen dicht doe, zie ik die 25 cola’tje zo weer staan aan de rand van het podium. Ik ben sindsdien wat meer gaan werken aan mijn relatie met Heineken. Tussen Coca Cola en mij is het nooit meer goed gekomen.
Medio 1966 werd de band op advies van Spruitje, een lokale dansschoolhouder, uitgebreid met een extra leadzanger, en verschoof het accent van Cliff Richard & The Shadows naar het rockrepertoire. Ondanks het commerciële succes daarvan heb ik die ontwikkeling met lede ogen aangezien. Muzikaal werd het repertoire in mijn ogen veel minder uitdagend. Daarnaast veranderde de positiefmotiverende toonzetting van het gesprek in de band steeds meer in een wat meer cynische, dit wellicht onder invloed van de genoemde personele aanvulling. De band verzakelijkte, en omdat ik nooit van plan was geweest van muziek mijn beroep te maken, was mijn vertrek een kwestie van tijd. Er is natuurlijk altijd wel een aanleiding, maar ik heb de band verlaten in een goede verstandhouding, zonder spijt of rancune. Dit moge blijken uit het feit, dat ik nadien samen met Cor Kes, Wim Visscher en Bruin Zwarthoed met redelijk succes een fanclub heb opgericht. De eerste, bij fans welbekende kleurenfoto in vrij groot formaat was, zij het met steun van de band zelf, een uitgave van die fanclub.
Persoonlijk heb ik sindsdien iedereen van het eerste uur een warm hart toegedragen, en de band altijd het beste toegewenst.
Met vriendelijke groet,
Gerrit Woestenburg