Maandelijks archief: februari 2007

De klimaatverandering

Onze zoon Vincent is gisteren met zijn gezin een paar dagen naar de Duitse sneeuw in Winterberg vertrokken. Omdat wij net nieuwe winterbanden onder onze auto hebben gezet, vond Vincent het verstandig om zijn auto met de onze te verruilen voor een paar dagen. Sander en Tamara komen vandaag weer thuis van een weekje Oostenrijk, dat betekent dat Jan en Kees weer naar hun eigen bedjes terugkeren. Bij ons keert dan ook de (betrekkelijke) rust weer.

 

Nog even over de klimaatverandering waar iedereen over spreekt. Zoals jullie weten, -ik heb daar in dit journaal meerdere keren over geschreven, – ben ik daar niet zo huiverig voor. Ik ben eerder bang dat het niets meer is dan ongenuanceerde stemmingmakerij. Dat wij, maar ook onze nazaten ten onrechte met een complex worden opgezadeld en nodeloos bang worden gemaakt, om vervolgens voor de karretjes van de angstpredikers en doemdenkers te worden gespannen. Het lijkt wel politiek. Of is dat het ook echt?

 

Uit wetenschappelijk artikelen die ik erover gelezen heb,- en t.z.t in dit journaal zal publiceren- is mij gebleken dat veel wetenschappers het niet eens zijn met wat over klimaatopwarming in het IPCC AR4 rapport van de VN gezegd wordt. Vooral niet dat de opwarming van 0,7 graad Celcsius in 100 jaar door de mensenhand is geïnitieerd. Men is het er zelfs niet eens over eens of er wel sprake is van opwarming van de aarde. Er is uit wetenschappelijke kringen veel kritiek op de makers van het rapport, die politieke en milieutechnische VN agenda’s dienen.

Zoals bijvoorbeeld de kritiek van de befaamde meteoroloog dr Cris Landsea, die het IPCC om juist die reden verliet.

Hij trok aan de  bel toen een IPCC member op een congres meldde dat de toename van hurricanes in de oceanen ontstaan was door opwarming van de aarde, terwijl juist uit zijn onderzoekingen bleek dat het niet zo was.

 

 Hij schreef in een open brief aan de gemeenschap (waar toevallig vandaag in de Telegraaf melding zie hieronder van wordt gemaakt)

Dear colleagues,

After some prolonged deliberation, I have decided to withdraw from participating in the Fourth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). I am withdrawing because I have come to view the part of the IPCC to which my expertise is relevant as having become politicized. In addition, when I have raised my concerns to the IPCC leadership, their response was simply to dismiss my concerns.(……)

 (…..) I personally cannot in good faith continue to contribute to a process that I view as both being motivated by pre-conceived agendas and being scientifically unsound. (…..)  I have decided to no longer participate in the IPCC AR4.

Sincerely,    Chris Landsea 17 January 2005

 

Andere wetenschappers zijn van mening dat een cyclus van 100 jaar (waar men in het rapport steeds over spreekt) een te kort tijdperk is om er conclusies uit te trekken mbt ontwikkelingen op langere termijn. Laat staan cycli die nog korter zijn zoals een of twee zachte winters achter elkaar. Veel media smeren ons daarmee aan dat er nooit geen Elfstedentocht meer in zit , en dat we onze laatste wintersportvakantie hebben genoten. Over ongenuanceerdheid gesproken.

 

Samuel Kroonenberg Hoogleraar Geologie oaan de Technische Universiteit schreef hier een interessant boek over “De aarde over 10.000 jaar”.

Aan dit boek werd in een TV uitzending van de VPRO aandacht geschonken. In een programmablad werd dit programma als volgt ingeleid:

Het menselijke maatjeZo, die gegevens liegen er niet om en dat moest ik even kwijt. Dan nu weer over BZN. Voordat we vanavond naar Egmond vertrekken voor de final tour zijn we door de soapcrew bij paviljoen Smit Bokkum uitgenodigd om de definitieve afleveringen 1 en 2 van de soap te bekijken. Het zal mij benieuwen!

Salomon Kroonenberg in Boeken &cetera

In zijn boek De menselijke maat – De aarde over tienduizend jaar pleit geoloog Salomon Kroonenberg juist niet voor de menselijke maat.
 
Door Kees Sluys

Wat een verfrissend geluid! Iemand die zich afvraagt waarom wij ons in het mooie, rijke Westen hebben ontwikkeld tot van die zorgelijke types. Daar is toch helemaal geen reden voor? ‘Het klimaat is vrijwel constant, maar toch zijn we bang dat het over een eeuw een graadje warmer is. De zeespiegel stijgt nauwelijks meer, maar wij doen of het een levensbedreiging is. Tobbers zijn we geworden, vol schuldgevoel.’

Deze optimist, of zo u wilt, scepticus ten opzichte van de milieudoemdenkers, is niet zomaar iemand, maar hoogleraar technische aardwetenschappen en, ook niet onbelangrijk, winnaar van de Nationale Wetenschapsquiz (editie 1999). Salomon Kroonenberg mogen we dus wel serieus nemen. Bovengenoemde citaten zijn geput uit zijn boek De menselijke maat – De aarde over tienduizend jaar, dat deze week bij uitgeverij Atlas verschijnt en waarover hij vanmiddag door Wim Brands zal worden ondervraagd.

Kroonenberg is van mening dat we een beetje kortzichtig zijn, dat we een aantal zorgwekkende trends, zoals de opwarming van het klimaat, maar één kant op zien gaan. Ja, logisch – als je tenminste niet verder kijkt dan het jaar 2100, zoals men in de aanhoudende stroom kritische milieu- en klimaatpublicaties pleegt te doen. Maar Kroonenberg wil liever 10.000 jaar vooruit blikken, al was het maar omdat dat soort (zorgelijke) trends dan van richting veranderd zijn; dan zijn we namelijk op weg naar de volgende ijstijd. In het perspectief van zo’n langjarige cyclus zijn wellicht ook andere beslissingen voor de korte termijn nodig. ‘Misschien,’ schrijft hij lichtelijk provocerend, ‘zijn de mensen over vierhonderd generaties wel blij met al het koolzuurgas dat wij nu in de atmosfeer brengen: dan is de herfst niet zo koud.’

Kroonenberg beseft overigens heel goed dat het voor de meeste mensen lastig is om zover vooruit te kijken, en dat heeft alles te maken met de verschillende manieren waarop de aardse processen in de tijd werken. Als de drie verschijningsvormen van de tijd (tevens een belangrijk fundament voor z’n boek) onderscheidt hij: de tijd als stroom (de onomkeerbare opeenvolging van gebeurtenissen, de voortschrijdende tijd), de tijd als golf (dag en nacht, zomer en winter, ijstijd en warme tijd; ze hebben allemaal te maken met een cyclus) en de tijd als puls (een ordeloze opeenvolging van plotselinge pulsen energie, zoals aardbevingen, overstromingen, uitstervingen andere catastrofes zonder richting, doel of regelmaat). Deze ‘stromen, golven en pulsen van minieme tot immense tijdschalen spelen samen een magistraal muziekstuk. De mens speelt daarvan slechts een enkele driekwartsmaat. De menselijke maat.’

Wie op zo’n manier in de toekomst schouwt, wordt niet gauw een doemdenker. Die waarschuwt niet voortdurend voor de apocalyps en het einde van de mensheid. ‘Er zijn er al genoeg die dat doen, en naar de geschiedenis leert, gewoonlijk ten onrechte. Integendeel, ik wil juist betogen dat de mens zich heel goed kan aanpassen aan warmere of koudere klimaten, of hogere of lagere zeespiegels. (…) Misschien moeten we juist nadenken over wat we gaan doen als de zeespiegel straks weer daalt. Het duurt geen tienduizend jaar voor het weer zover is.’ Aldus besluit hij hoofdstuk 1.

Boeken &cetera, zondag 19 februari, Ned 3, 13.00-13.29 uur

Uit: VPRO Gids Nr 7 2006

Hier de publicatie in de Telegraaf van vandaag, die mijn visie eveneens geheel onderstreept.

 

 

De logeerpartij van onze kleinkinderen Jan en Kees

Deze week staat bij ons thuis geheel in het teken van de logeerpartij van onze kleinkinderen Jan en Kees, een tweeling van bijna 4,5 jaar oud. Hun ouders Sander en Tamara zijn met vrienden naar de wintersport en komen zaterdag weer thuis. Het is toch wel heel leuk om dit weer eens mee te maken, maar wat is het veel werk. We zijn elke avond compleet bekaf en gaan strompelend de slaapkamer in. En dan te bedenken dat het nog niet zo gek lang geleden is dat we zelf 3 van deze kinderen hadden. Waar blijft de tijd?

 

Alleen al het transport van en naar de school is een heksenketel. Je hebt ze voor je gevoel net weggebracht of je moet alweer de auto in om ze op te halen. Voor andere dingen is bijna geen tijd meer.  We rukken  4 keer per dag uit van en naar de school. s’ Morgens om gemiddeld kwart voor 7 (vanmorgen kw o 6) maken ze ons wakker, ze moeten dan uiteindelijk spic en span met gel in het haar, en voorzien van hun rugtasjes met daarin een koekje, frisdrank en op woensdag een banaan om kwart over 8 naar de Petrusschool, waar het voor de poort en in de straat krioelt van de moeders die hun kroost halen en brengen. Gistermiddag was ik tijdens het wachten op de schoolbel ongewild getuige van een gedetailleerd gesprek tussen twee van die moeders over een doorgeramde bevalling, ik kreeg het zweet in mijn nek en de rillingen over mijn rug maar kon niet meer vluchten. Ik heb het allemaal gehoord.

 

Als de boys dan thuis zijn moet er een compleet speel,-en spelprogramma worden afgewerkt, bijvoorbeeld met Cars raceautootjes om de ronde tafel racen tot je er bij neervalt. Mijn vrouw en ik worden vriendelijk doch dringend verzocht om hieraan actief deel te nemen. We hebben de DVD van Cars en Hot Wheels aangeschaft om wat rust te krijgen maar dat schiet er steeds bij in. Ach ja, het is ons het wel waard allemaal, want je krijgt ook veel liefde van ze terug. Het is eigenlijk een voorrecht dat wij dit nog eens mogen beleven.     

 

Heb vandaag net als gisteren de hele dag getracht allerlei klusjes betreffende de inrichting van onze nieuwe woning af te maken maar er kwam niet veel van. Ook had ik vandaag en gisteren een leerling die ter voorbereiding op zijn naderende theorie-vliegexamens nog wat bijgespijkerd moest worden.

 

Ik heb ontzettend veel positieve reacties gekregen op ons besluit om in AHOY tijdens ons afscheidsconcert niet met additionele muzikanten te gaan werken, maar de klus met z´n zessen te klaren, dat doet me goed.

Zo , dan ga ik nu de deur uit voor mijn dagelijkse partij joggen. Ik ren 6 a 8 km per dag en doe dat in principe 6 dagen per week. In 1989 ben ik er mee begonnen in verband met de vliegkeuringen, maar ik zie er nog steeds elke dag tegen op. Ik kies zoveel mogelijk verschillende routes om verveelstress te voorkomen.